Hoe lang is een meter? Dat lijkt een simpele vraag, maar de geschiedenis leert dat dat zo makkelijk nog niet is. Want hoe meet je een meter?

In 1983 hebben we afgesproken dat een meter de afstand is die licht in een vacuüm aflegt in 1/299.792.458e deel van een seconde. Dat verlegt het probleem naar de vraag wat een seconde is. Daar gebruiken we atoomklokken voor, die gebruik maken van de trillingen van atomen.

De meetlat voor een meter is nu de zeer nauwkeurige atoomklok. Dat was nog niet het geval toen Ludwig Wittgenstein zijn gedachten hierover liet gaan.

Op 20 mei 1875 ondertekenden de vertegenwoordigers van 17 landen de meterconventie, een internationaal verdrag waarmee drie organisaties werden opgericht om gewichten en maten te standaardiseren. Twaalf jaar later legde het Bureau international des poids et mesures (BIPM) een metalen staaf in de kluis. De staaf, gemaakt van 90% platina en 10% iridium, had twee inkepingen. De afstand daartussen was de definitie van de meter.

Wittgenstein schrijft over die meter in Philosophical Investigations §50:

There is one thing of which one can say neither that it is one metre long, nor that it is not one metre long, and that is the standard metre in Paris.

Nassim Taleb gebruikt de lineaal van Wittgenstein in Misleid door Toeval als metafoor voor de valkuil dat een signaal soms meer zegt over de meetlat dan over datgene dat er gemeten wordt:

Een boekrecensie zegt soms, of het nu een goede of slechte is, meer over de recensent dan over het besproken boek. Dit mechanisme wordt door mij ook wel de liniaal van Wittgenstein genoemd: Als je een liniaal gebruikt om een tafel te meten en je denkt dat de liniaal niet betrouwbaar is, kun je ook de tafel gebruiken om de liniaal te meten. Hoe minder je gelooft in de betrouwbaarheid van de liniaal, des te meer informatie je krijgt over de liniaal en des te minder over de tafel.

Een zelfde soort vraag kregen we de afgelopen weken vaak over bitcoin. Zien we in ‘de koers’ van bitcoin nu de kracht van bitcoin of de zwakte van de dollar?

Een belangrijke vraag, je hebt immers geen bal aan een hogere bitcoinkoers als je er niet meer van kunt kopen. Zoals je ook weinig hebt aan een ‘langere’ tafel als er niet meer mensen aan passen.

De afgelopen twee maanden lag de koers van bitcoin, op een enkele uitschieter na, tussen de 100.000 dollar en 110.000 dollar. Een smalle zone vlak onder de all-time highs van december en januari. Het verlies van februari en maart goedgemaakt, maar nog geen trede omhoog.

Een scherpslijper zal zeggen dat we met 112.000 dollar op 22 mei toch echt al een nieuw record in de boeken hadden. En als je alleen naar het getal kijkt dan klopt het, 112k is immers hoger dan 109k. Toch neigen we ernaar om die niet mee te tellen, om twee redenen.

Ten eerste ontbrak acceptatie boven de grens van 109.400 dollar. Wat we willen zien is opeenvolging van dagslot erboven, weekslot erboven, test als steun, en voortzetting van de stijgende trend. Die reeks hebben we niet gezien. In plaats daarvan zagen we een licht dalende trend terug naar 98k.

Ten tweede moet je niet alleen naar de koers van bitcoin in dollars kijken. Die koers is voor praktisch alle toepassingen het belangrijkst, omdat het overgrote merendeel van de handel en analyse plaatsvindt in dollars. Maar het vertelt maar een deel van het verhaal. Want wat meet je eigenlijk, de dollar of bitcoin?

Een deel van de kracht die zichtbaar was in de grafiek van bitcoin is toe te schrijven aan de zwakte van de dollar. De tafel leek lang omdat de lineaal een stuk korter geworden was.

Hieronder staat de grafiek van bitcoin uitgedrukt in dollars, euro’s, yen en goud. In dollars ruimschoots een nieuwe all-time high. In de yen zit hij er iets boven. In de euro moeten we nog een eind. En in goud zitten we zelfs nog niet eens boven de top van de vorige bullmarkt.

Je zou een échte all-time high kunnen definiëren als een all-time high uitgedrukt in de belangrijkste valuta, de S&P-500 en goud. Voor een all-time high in euro’s moet de koers stijgen naar 125.000 dollar. Voor een all-time high in goud zelfs naar 136.000 dollar. Nog even te gaan dus.

De uitbraak van gisterenavond en vannacht is echter hoopgevend. In een paar uur tijd steeg de koers met 5% van 111.400 dollar naar 116.700 dollar. Het dagslot lag iets lager op 116.000 dollar. Later in de nacht steeg de koers verder tot boven de 118.000 dollar.

Dit is de grootste toename van de all-time high sinds de uitbraak in november vorig jaar, toen we in een paar weken van 73.800.dollar naar 108.000 dollar vlogen.

De gunstigste uitleg is dat we de neklijn hebben doorbroken van een groot omgekeerd hoofd-en-schouderspatroon. Dan zou het geometrische koersdoel 165.000 dollar zijn, ergens in de komende paar maanden.

Zou dat gebeuren, dan is elke twijfel over de kracht van bitcoin verdwenen. Met elke meetlat die we hebben zitten we dan ruim boven alle eerdere toppen. Maar zo ver is het nog lang niet. Eerst maar eens kijken of we deze week een weekslot krijgen boven de 112.000 dollar, en er vanaf hier een nieuwe stijgende trend zichtbaar wordt.

Ons basisscenario is dat deze weekly cycle een top heeft tussen 150k en 165k. Vier keer deze bullmarkt volgde na een uitbraak boven de top van de vorige weekly cycle een rally van ongeveer 50%.

De grafiek hieronder komt uit de Alpha Markets van 2 mei, toen we aan het begin stonden van de huidige weekly cycle. Maar dan bijgewerkt met de koersdata tot en met vandaag.

De laatste drie keer dat we zo’n 50% rally zagen, ging dat gepaard met wat opwinding, hype en fomo. Nog niet op het niveau dat we zagen in de bullmarkt van 2017 of 2021, maar we zagen in de data wel dat beleggers de teugels wat lieten vieren. Het kapitaal stroomde binnen en men stelde het nemen van winst wat uit.

George Soros noemde dat ‘positieve reflexiviteit’ in General Theory of Reflexivity. Het is het gevoel dat wij vaak als volgt beschrijven: “Waarom zou ik vandaag verkopen als ik er morgen meer voor kan krijgen?”

Je krijgt een periode waarin beleggers het winst nemen uitstellen, waardoor hogere koersen maar beperkt zorgen voor nieuw aanbod. Met als gevolg nog hogere koersen en beleggers die bevestigd worden in hun besluit om winst nemen uit te stellen. Dat is de positieve feedback die dit verschijnsel reflexief maakt.

Dit zien we dan in de data bijvoorbeeld door het oplopen van de MVRV: de marktwaarde (MV) kan ver oplopen boven de gerealiseerde waarde (RV). Bitcoin-influencers hebben het in deze context wel eens over de ‘multiplier’ op instromend kapitaal.

Blijft spektakel uit? Dan zul je zien dat er ook snel weer winst genomen wordt, en de upside van de stijging beperkt is.

De komende weken zal moeten blijken of we nu het begin zien van zo’n nieuwe periode van stijging waarin we ver boven de voorgaande top uitstijgen, of dat de stijging beperkt is en we slechts het prijsbereik van 100k tot 110k wat naar boven uitbreiden. Wij zijn benieuwd!

We gaan door met de volgende onderwerpen voor onze Alpha Plus leden:

  1. Een target van 150k tot 165k
  2. Terugkeer van risicobereidheid
  3. Zijn er nog wel gevaren voor bitcoin?
  4. Beleidsfout van de Amerikaanse centrale bank, gunstig voor bitcoin