In de jaren ’90 begon iets op te vallen op de aandelenbeurzen: je kon als belegger wel álles volgen, maar je snapte er steeds minder van. Apple en ExxonMobil, JPMorgan en Walmart; totaal verschillende bedrijven, maar toch allemaal op één grote hoop gegooid in indexen. Het was alsof je in een warenhuis rondliep zonder afdelingen. Tot in 1999 MSCI en S&P zeiden: dit moet anders.

Ze introduceerden de Global Industry Classification Standard, kortweg GICS. Een systeem dat elk beursgenoteerd bedrijf een vaste plek geeft in een sector: van Financials tot Healthcare, van Real Estate tot Consumer Discretionary. Ineens konden beleggers appels met appels vergelijken, sectorrotatie toepassen, en werden ETF’s gebouwd die ergens op sloegen. Het chaotische warenhuis werd een supermarkt met duidelijke schappen. Beleggen werd overzichtelijker en een stuk professioneler.

Bron: MSCI

Fast forward naar 2025. In de cryptowereld zie je een soortgelijke wanorde. Memecoins naast serieuze infrastructuur, casino’s naast decentrale exchanges, en AI-protocollen naast stablecoins. Gelukkig zijn er een aantal spelers die structuur proberen aan te brengen. Messari bijvoorbeeld, maar ook Grayscale, die daar een eigen, gepatenteerd GICS-achtig systeem voor gebruikt, ontwikkeld samen met indexbouwer FTSE Russell.

Hun systeem heet Crypto Sectors. En net als in de aandelenwereld zijn de eerste vakken al aardig gevuld. Currencies (denk: bitcoin), Smart Contract Platforms (ethereum, solana), Financials (DeFi), Consumer & Culture (NFT’s, games), en Utilities & Services (infrastructuur).

Bron: de aankondiging van Grayscale Research

En deze week kwam er een zesde schap bij: Artificial Intelligence.

Wat Grayscale betreft is de kruising tussen AI en crypto meer geworden dan een hype. Twee jaar geleden had deze sector nog geen naam. Inmiddels zijn er 20 tokens met een gezamenlijke marktwaarde van 21 miljard dollar (in Q1 2023 was dat nog $4,5 miljard). En het zijn geen dromerige whitepapers meer, maar werkende netwerken met gebruikers, omzet en groei.

Neem Bittensor, volgens Grayscale het vlaggenschip van deze sector. Een open netwerk waarin AI-modellen met elkaar strijden om beloningen, maar ook samenwerken aan een collectief leerproces. Gebruikers worden beloond in TAO voor hun bijdragen aan het netwerk, dat steeds meer ‘subnets’ kent: kleine, gespecialiseerde AI-projecten binnen het grotere geheel. Het token volgt zelfs het halveringsmodel van bitcoin, een knipoog naar de serieuze bedoelingen.

Of Grass, een netwerk dat wereldwijd data verzamelt voor AI-labs. Niet met een datacenter in Silicon Valley, maar met miljoenen browsers wereldwijd. Gedecentraliseerd webscrapen. En dat levert wat op: volgens de oprichter draait Grass inmiddels tientallen miljoenen aan jaarlijkse omzet.

En dan zijn er de AI-agents van platforms als Virtuals en ElizaOS. Software die namens jou handelt, zoekt, vergelijkt en… betaalt. Microbetalingen, realtime, zonder Visa of PayPal. Want die kunnen dat niet, maar blockchains wel, denkt Grayscale. Voeg daar de opmars van stablecoins aan toe (inclusief een nieuwe standaard van Coinbase speciaal voor agents), en de fondsbeheerder voelt dat hier iets broeit.

Grayscale deelt de sector nu op in drieën: AI Platforms (zoals Bittensor en Near), AI Tools & Resources (zoals Grass en Akash), en AI Apps & Agents (zoals Virtuals en Story Protocol). Het is niet duidelijk hoe Grayscale de projecten precies selecteert, maar een eis lijkt te zijn dat AI niet een extraatje is, maar de kern van het protocol.

Waarom dit belangrijk is? Omdat AI op dit moment vooral in handen is van een paar bedrijven. OpenAI, Google, Meta, Amazon. De rekenkracht, de data, de modellen; allemaal gecentraliseerd. Dat is handig, maar ook gevaarlijk. Bias, censuur, ondoorzichtigheid. Je moet in zekere zin maar hopen dat het goedkomt.

De decentrale varianten proberen dat te doorbreken. Door open netwerken te bouwen, publieke datasets te gebruiken, en transparante modellen aan te bieden. En dat lukt alleen als de infrastructuur meewerkt. Als data gedeeld kan worden zonder tussenpartij. Als betaling mogelijk is zonder toestemming. Als toegang open is voor iedereen, niet alleen voor wie bij een Amerikaanse techgigant werkt.

Dat is waarom crypto en AI voor elkaar gemaakt zijn, stelt Grayscale.

Crypto als rails voor AI. Voor toegang, beloning, eigendom. Voor agents die autonoom kunnen handelen, met geld dat realtime over het netwerk stroomt. En, toegegeven, dat wekt onze interesse. Niet vanwege de hype, maar omdat het precies de belofte van decentrale technologieën raakt: macht decentraliseren, eigendom teruggeven, en systemen openbreken.

Grayscale zegt: dit verdient definitief een eigen plek. Wij volgen het van gepaste afstand!

Méér Alpha

Ben je Plus-lid? Dan gaan we door met de volgende onderwerpen:

  1. Interesse in de dollar daalt gestaag
  2. ‘Wynn’ verliest $25 miljoen op Hyperliquid
  3. Kraken wil aandelenmarkt opnieuw uitvinden