Afgelopen week kon de SEC in één keer een oordeel vellen over alle spot bitcoin ETF-aanvragen. De toezichthouder liet deze kans echter onbenut. Wat dat betekent voor de kans op goedkeuring van zo’n felbegeerd fonds? Dat, en meer, lees je in deze News!
Na de succesvolle eerste sessie, hebben we direct de tweede live Q&A ingepland. Je bent op 27 november van harte welkom op Discord. We starten om 20:00 uur en een uur later sluiten we af. De sessie is voor iedereen toegankelijk, ook voor Free Members.
Zit je nog niet op Discord? Geen nood, aanmelden is snel en eenvoudig. Klik op deze link, login of maak een account aan, en de rest spreekt voor zich. Kost je maximaal een paar minuten!
Tot dan!
‘Wen ETF?’
Afgelopen vrijdag eindigde een achtdaagse periode waarin de SEC alle lopende aanvragen voor een spot bitcoin ETF tegelijkertijd kon afstempelen. Maar de goedkeuring waar de cryptomarkt zo op aast, kwam niet. In plaats daarvan kregen aanvragers Franklin Templeton en Global X te horen dat ze nog even moeten wachten op een beslissing. Uitstel dus.
Is dat goed of slecht nieuws? Voor het antwoord daarop moet je weten hoe de Amerikaanse aanvraagprocedure van een ETF werkt.
De meeste ETF’s worden geregistreerd op basis van de Investment Company Act van 1940. Deze ‘1940 Act’ ETF’s hebben een vrij eenvoudig goedkeuringspad: een uitgever dient zijn aanvraag in bij de SEC, en die wordt na 75 dagen automatisch goedgekeurd, tenzij de SEC dat blokkeert.
Spot bitcoin ETF’s volgen een ander pad. Net als alle andere spot commodity ETF’s worden ze ingediend onder de Securities Act van 1933. Het belangrijkste kenmerk van de ‘1933 Act’ is dat een aanvraag niet automatisch goedgekeurd wordt. In plaats daarvan moet de SEC actief deelnemen aan de procedure.
Dit beoordelingsproces volgt een vast tijdspad. Eerst dient de ETF-uitgever een prospectus in bij de toezichthouder, waarin hij het te lanceren fonds beschrijft. Vervolgens dient de effectenbeurs waar de ETF verhandeld zal worden (zoals de New York Stock Exchange) een ‘19b-4’ in. Dat is een verzoekschrift aan de SEC waarin de beurs vraagt of hij de ETF mag noteren en verhandelen.
Vijftien dagen daarna wordt de aanvraag gepubliceerd in het Federal Register, het Amerikaanse equivalent van het Nederlandse Staatsblad. Vanaf dat moment heeft de SEC tot 240 dagen de tijd om de aanvraag goed of af te keuren. Die periode is in vier perioden opgedeeld – 45 dagen, 45 dagen, 90 dagen en nog eens 60 dagen. Na afloop van iedere periode volgt een beslismoment waarop de SEC kan kiezen voor goedkeuring, afkeuring of uitstel. Na de laatste periode blijven alleen de eerste twee opties over.
Het is belangrijk om te weten dat de overgang van de ene naar de andere periode niet impliceert dat de kans op goedkeuring toeneemt. Historisch gezien worden de meeste beoordelingstermijnen opgerekt tot aan of dicht bij de volledige 240-daagse periode.
Met andere woorden: het is geen goed of slecht nieuws; het maakt gewoon onderdeel uit van het proces.