
Peter
Het was zo'n kop waar je overheen zou scrollen zonder een spier te vertrekken: “Grootste deel beleggingen zit in schuldpapier.” Maar er was iemand die erop bleef hangen. En hoe langer hij keek, des te hoger zijn wenkbrauwen kropen. Want wacht even: schuldpapier? Als in: obligaties? Dat spul dat de afgelopen jaren amper rendeerde en je koopkracht als sneeuw voor de zon liet verdwijnen?
‘Grootste deel beleggingen zit in schuldpapier’
— jeroen blokland (@jsblokland) March 18, 2025
De rillingen schieten me door het lijf als ik deze kop van De Nederlandsche Bank lees over beleggen in Nederland. Nederlandse bedrijven, instellingen en huishoudens hadden eind dit jaar voor bijna €3.500 miljard aan beleggingen.… pic.twitter.com/CztmzJkRwy
De cijfers komen van De Nederlandsche Bank. Nederlandse huishoudens, bedrijven en instellingen hebben gezamenlijk voor bijna € 3500 miljard aan beleggingen. Daarvan zit ruim € 1400 miljard – veertig procent! – in obligaties. En dat terwijl je op die veertig procent de afgelopen vijf jaar een negatief rendement had gehaald, schrijft Blokland. Reken je de inflatie mee, dan ben je meer dan 20% van je koopkracht kwijt. Een groter verlies dan menige aandelencrash.
Het is het soort cijfer dat analisten als Jeroen Blokland met afschuw vervult. Terecht, zou je denken. Waarom zouden we zo veel geld steken in iets dat niets oplevert? Of erger: dat je armer maakt? Zijn betoog is helder. De traditionele mix van aandelen en obligaties is achterhaald, en Nederland zit er tot zijn nek in.
Het zijn overigens niet ‘de Nederlanders’ die massaal in schuld beleggen. Het zijn hun pensioenfondsen. Uit de cijfers blijkt dat van die € 1400 miljard aan obligaties er één partij uitspringt: pensioenfondsen, met maar liefst € 593 miljard aan schuldpapier. Daarachter volgen banken (€ 323 miljard) en verzekeraars (€ 133 miljard). Samen zijn zij goed voor meer dan 75% van het totale obligatiebezit.
En de Nederlandse huishoudens zelf? Die hebben nog geen € 5,5 miljard in obligaties zitten. Dat is nog geen half procent van het totaal. Wat doen zij dan wel? Ze beleggen direct in aandelen (€ 61 miljard) en indirect via beleggingsfondsen (€ 104 miljard). De gewone Nederlander kiest dus helemaal niet voor obligaties. Hij krijgt ze opgedrongen via zijn pensioen.
Niet helemaal. Hoewel huishoudens nauwelijks direct in obligaties beleggen, doen ze dat indirect wél. Bijvoorbeeld via beleggingsfondsen, waarin vaak wél schuldpapier zit. Of, veel fundamenteler nog, via hun spaargeld.
Dat klinkt misschien gek, maar een spaarrekening is in feite een afgeleide van obligaties. Banken zetten spaargeld grotendeels uit in staats- en bedrijfsobligaties. Jij denkt dat je je geld ‘veilig’ op de bank hebt staan, maar in de praktijk leen je het uit – via een omweg – aan debiteuren die rente betalen. Zo werkt de bank.
Er speelt nog iets: voor particulieren zijn obligaties in Nederland ook fiscaal onaantrekkelijk. Een obligatie wordt gezien als belegging, waar een hoger tarief op van toepassing is dan op spaargeld. Dat maakt direct bezit van obligaties onaantrekkelijk.
Daar wringt het. Pensioenfondsen beleggen niet met het oog op groei, maar op stabiliteit. Ze hebben langlopende verplichtingen en willen ‘zekerheid’. Maar in een wereld van structureel lage rentes, hoge schulden en sluipende inflatie biedt die ogenschijnlijke betrouwbaarheid juist grote onzekerheid. Want zelfs als je verplichtingen meebewegen met de rente, blijft het verschil tussen een portefeuille die 5% oplevert en eentje die 7% oplevert gigantisch. In dertig jaar verdubbelt dat de koopkracht van je pensioenvermogen.
De keuze voor obligaties voelt veilig, maar is dat allang niet meer. Het rendement is lager dan de inflatie, en de bonus van koersstijgingen door steeds lagere rente is verdwenen. Toch blijven we hangen in oude modellen, omdat de regels, de toezichthouders en het collectieve geheugen dat nu eenmaal voorschrijven.
En dus steken we massaal geld in schuldpapier. Niet omdat het slim is, maar omdat het zo hoort. Omdat het altijd zo is gegaan. En dat terwijl de burger zelf allang andere keuzes maakt. Hij kiest voor bezit. Voor aandelen. Voor fondsen. Voor kansen.
Zoals bitcoin, dat – hoe jong ook – voor steeds meer mensen de belichaming is van wat obligaties ooit waren: bescherming tegen inflatie, onafhankelijk van centrale sturing, schaars in plaats van overvloedig. En belegging die niet zonder risico is, maar wel écht buiten het systeem staat waar die bergen schuld vandaan komen.
Pensioenfondsen beleggen niet zomaar in obligaties omdat ze dat gezellig vinden. Ze doen dat omdat het moet, of beter gezegd: omdat het hoort binnen het systeem waarin ze opereren. En dat systeem heeft zo z’n eigen logica.
Ten eerste: pensioenverplichtingen zijn rentegevoelig. Als de rente daalt, stijgt de waarde van de verplichtingen, net als bij obligaties. Dus in theorie bewegen bezittingen en verplichtingen met elkaar mee. Het verlies aan de ene kant wordt deels gecompenseerd aan de andere.
Ten tweede: pensioenfondsen moeten zich aan strikte regels houden, opgesteld door toezichthouders zoals DNB. Die regels schrijven een zekere mate van ‘zekerheid’ voor, en dat betekent in de praktijk: obligaties. Veel risico nemen mag simpelweg niet, zelfs niet als je vermoedt dat het op de lange termijn beter uitpakt.
Ten derde: obligaties hebben traditioneel een functie als stabilisator. Ze dempen de klappen als aandelen het moeilijk hebben. Maar precies daar wringt het. Want als je hedge niet meer werkt én je rendement negatief is, wat blijft er dan over?
Met andere woorden, het gedrag van pensioenfondsen is begrijpelijk. Maar dat betekent nog niet dat het houdbaar is.
Het is tijd om een belangrijk debat te voeren: niet of we wel genoeg beleggen, maar of we wel goed beleggen. Want als het grootste deel van je nationale vermogen jarenlang onder de inflatie presteert, dan maakt het niet uit hoeveel nullen je achter je beleggingsrekening hebt staan. Dan loopt de welvaart in stilte weg.
In andere landen begint dat inzicht langzaam door te sijpelen. Amerikaanse pensioenfondsen als die van de staat Wyoming of het fonds van Fairfax County in Virginia zijn al voorzichtig begonnen met beleggingen in bitcoin en aanverwante infrastructuur. Niet als gok, maar als hedge. Als manier om hun portefeuille weer van de broodnodige jus te voorzien.

Veilig is pas veilig als het je beschermt. Tegen inflatie, tegen afwaardering, tegen stilstand. En dat doet schuldpapier al jaren niet meer.
Ben je Plus-lid? Dan gaan we door met de volgende onderwerpen:
- Strategy haalt nóg meer geld op: gek of geniaal?
- Bitcoin: Korea wijst af wat Amerika wil hebben
- Solana trekt anti-woke advertentie terug
- SEC begint met schone crypto-lei