Het einde van de vierjaarscyclus?

The traditional four-year cycle is over in crypto. — Matt Hougan, ceo Bitwise.

De regelmaat van het ritme van de bitcoinmarkt is opmerkelijk. Vier jaar tussen de toppen en vier jaar tussen de bodems. Je kunt de klok erop gelijk zetten. De vierjaarscyclus is een begrip geworden. Van memes tot serieuze analyses en bedrijven die hun plannen erop afstemmen.

Maar blijft dat zo? Of is er reden om aan te nemen dat het gedaan is met dit ritme?

Voordat we die vragen beantwoorden, brengen we eerst in kaart hoe de marktcyclus eruit ziet. We beginnen met het perspectief van toppen, bodems en halvings.

Soms wordt de marktcyclus verbonden met de halvings. Elke 210.000 blocks halveert het aantal bitcoin dat per block in omloop wordt gebracht. Met een gemiddelde block time van tien minuten zou je op ongeveer eens in de vier jaar uitkomen. De gedachte is dan dat de plotselinge verlaging van het aanbod zorgt voor de koersstijging in de 18 maanden daarna.

Als dat al zo was, kunnen we inmiddels wel stellen dat die tijd achter ons ligt. Er wordt inmiddels nog maar zo weinig nieuwe bitcoin in omloop gebracht, dat de halvering daarvan geen doorslaggevende invloed meer heeft op de balans van vraag en aanbod.

Toch verwerken nog veel analisten de halving in hun verwachtingen. En alleen al daarom is er nog enige invloed. Immers, als maar genoeg mensen ergens in geloven en ernaar handelen, volgt het effect vanzelf.

De grafiek hieronder maakten we twee jaar geleden, toen we net de bodem van de bearmarkt achter de rug hadden. Hij staat bijvoorbeeld in deze vooruitblik op 2023. De halving viel inderdaad in april 2024, en als je door je oogharen kijkt zou je november 2024 als uitbraak boven de all-time high van de vorige bullmarkt kunnen zien.

Je kunt ook door een macro-economische lens naar de cryptomarkt kijken. Bitcoin is in de loop der jaren bij steeds meer beleggers in een gespreide portefeuille terecht gekomen. Zij kijken niet alleen naar bitcoin, maar ook naar ontwikkelingen in de economie en op andere financiële markten.

Neemt de risicobereidheid van beleggers af, dan heeft ook bitcoin wind tegen. Dat zien we bijvoorbeeld bij economische neergang, toenemende onzekerheid en krappere financial conditions.

In de grafiek hieronder zie je vier lijnen:

De bitcoinkoers, met in de blauwe vlakken de halvings en de 18 maanden daarna.
De Amerikaanse inkoopmanagersindex PMI, die een aardig beeld geeft van de conjunctuurcyclus, de afwisseling tussen snelle en langzame economische groei.
De global liquidity, de ruimte die alle spelers op de financiële markten bij elkaar hebben om risico te nemen. De geldhoeveelheid-M2 is een grove benadering hiervan.
De jaar-op-jaar-verandering van Amerikaanse aandelenindex S&P-500, die zegt iets over optimisme en risicobereidheid van beleggers.

Door je oogharen heen zie je dat periodes van stijging van de onderste drie lijnen flink overlappen met de 18 maanden na de bitcoin-halving. Hangt de koerswinst na de halving samen met de verandering van het aanbod van bitcoin op de bitcoinmarkt? Of is het vooral een macro-economisch effect?

Op basis van de eerste grafiek, met de toppen, bodems en halvings, is er nog geen reden om de vierjaarscyclus dood te verklaren. Geef het een beetje tijd. Zou je alleen naar de macro-economische omstandigheden kijken, dan is de looptijd van vier jaar tot nu toe toevallig geweest. Het zou nu ook best drie of vijf jaar kunnen worden. In het premium-gedeelte kijken we hier verder naar, in het artikel “Is de vierjaarscyclus ten einde?”

In dit gedeelte kijken we nog kort naar de koersverwachting voor de komende weken. Het is waarschijnlijk dat de Amerikaanse beurs daarin wat herstel ziet, nadat die vier aaneengesloten weken daalde. Het ligt voor de hand dat bitcoin daarin meegaat.

Voor een retracement kijken we naar fibonacci-niveaus van de daling van 109.5k naar 76.6k:

50% = 91.600 dollar
61,8% = 95.500 dollar

Bereiken we die zone, dan volgt er een eerste keuzemoment (A): Verder stijgen en nieuwe all-time highs? Of weer dalen? En als we dan gaan dalen, komt er een tweede keuzemoment (B): een dubbele bodem op 76.6k, of een lagere bodem? Die twee kruispunten worden belangrijk.