Cryptohandelaars vullen de door bitcoin ingelaste prijspauze in met speculatie op memes en inscriptions. Op sociale media komen daarom talloze verhalen langs van handelaars die in korte tijd rijk werden. En inscriptions? Die zorgen voor vastgelopen blockchains en dure transacties.
Casinoseizoen
Op 16 december werd block 821.486 aan het bitcoinnetwerk toegevoegd. Voor de miners die eraan werkten, bleek het een lucratieve vondst. In totaal leverden de transacties in het block 8,05 BTC aan transactiekosten op.
Dat er voor één block ruim 340.000 dollar aan vergoedingen naar miners stroomt, betekent dat het druk is op het bitcoinnetwerk. Dat komt niet omdat er een grote groep nieuwe gebruikers is aangetreden. En ook niet omdat de Salvadoranen massaal naar bitcoin zijn overgestapt. Opnieuw zijn het mensen die hun portemonnee trekken voor het gebruik van NFT’s op bitcoin - ordinals en inscriptions. Voor het beeld: alleen al dit weekend betaalden zij daar meer dan 435 BTC aan transactiekosten voor, tegen de huidige koers ruim 17 miljoen dollar.
Op zaterdag steeg daardoor de zogeheten fee voor een transactie naar 600 sat/vByte. Voor het versturen van een eenvoudige transactie met één UTXO betaal je dan zo’n 36 dollar. Dat is nogal wat als je een lightning-kanaal wilt openen of je wekelijkse DCA van 50 dollar wordt uitgevoerd.
Onder meer om deze reden wordt er al weken een polemiek gevoerd over het bestaansrecht van ordinals. Toen wij er voor het eerst over schreven, werden ze primair gebruikt voor het vastleggen van plaatjes op het bitcoinnetwerk. Tegenwoordig bevat het gros van de ordinals niet meer dan wat tekstuele instructies, waarmee externe applicaties tokens nabootsen die we van ethereum en andere netwerken kennen.
Het verzet van sommigen tegen het gebruik van bitcoin voor andere doeleinden dan monetaire transacties lijkt vergeefs. Bitcoin is juist ontworpen als open netwerk. Als een transactie voldoet aan het protocol en iemand ervoor wil betalen, dan wordt zij uitgevoerd. Of, zoals bitcoin-ontwikkelaar Andrew Poelstra schreef: “Er is geen zinvolle manier om te voorkomen dat mensen willekeurige gegevens opslaan [op het bitcoinnetwerk].” Dat besef lijkt ook bij Blockstream-ceo Adam Back te zijn ingedaald:
De populariteit van tokens op bitcoin, BRC-20-tokens, steeg explosief nadat duidelijk werd dat er aan te verdienen viel. Deze week steeg de totale waarde van $ORDI tot boven de $1 miljard. Dat het token eerder deze maand een notering kreeg bij Binance heeft daar sterk aan bijgedragen.
Vanwege dit speculatieve succes is de hype rond ordinals overgesprongen naar andere blockchainnetwerken. Ethereum kreeg ethscriptions, avalanche kreeg avascriptions en voor solana werd het SPL-20-protocol bedacht. Vrijwel alle grote netwerken raakten in de ban van inscriptions en nieuwe tokenprotocollen.
Onderdeel van de waardeperceptie van een inscription is het moment waarop hij gemaakt is. Hoe eerder, hoe beter, is het idee. Daarom trekt een netwerk waarop inscriptions mogelijk zijn gemaakt ineens een grote groep speculanten aan. Dat neemt soms dusdanige vormen aan, dat de vraag niet meer verwerkt kan worden. Ethereum-rollups zkSync en Arbitrum vielen kort uit, het aantal transacties in één block op Stacks bereikte een nieuw hoogtepunt, en op avalanche stegen de transactiekosten kort tot boven de 4,5 dollar.
Voor de meeste analisten is het duidelijk dat het puur om speculatieve activiteit gaat. Inscriptions op ethereum-achtige netwerken druisen in tegen de aard van het netwerk, die van zichzelf al tokens ondersteunt. Technisch gezien is er geen enkele reden om daarvan af te wijken. Maar, net als bij bitcoin het geval is, geldt ook hier het principe dat de betaler bepaalt.